Heling: een gedicht door Koen Rotteveel

Tijdens een bezoek aan de begraafplaats wist Koen Rotteveel de overeenkomsten tussen het rouwproces en de staat van het graf treffend te verwoorden:
“Eerst is de bodem kaal, zo rauw als het verdriet van de nabestaanden die net hun geliefde hebben begraven. Dan raakt het graf begroeid, eerst aarzelend hier en daar een spriet, dan steeds sneller, met meer overtuiging, haastig bijna om de aarde en het verdriet te bedekken. Toch kun je vaak nog jaren zien waar een graf ligt, soms door een lichte verhoging, soms door een net iets andere schakering van het gras, andere bloemen. Totdat uiteindelijk ook dat kleine verschil er niet meer is. De tijd heelt, ons verdriet en moeder aarde.”

Deze observatie  inspireerde hem om het volgende gedicht te schrijven:

Heling
rauw is de aarde
gelijk mijn verdriet
gebroken, wat leven is
leeg
onherstelbaar
verloren
Verlaten kom ik, alle dagen

schraal is de aarde
geschonden
geëtst als mijn gelaat
een eerste spriet
vertwijfeld
nieuw begin
Vol pijn, kom ik wanneer ik kan

troostend is de aarde
zonder twijfel
hier rust jij
van verre zichtbaar
in het gras
dat zoetjes aan bedekken wil
Berustend, kom ik lang niet meer zo vaak

bedekt is de aarde
bloemen op je buik
ik weet, hier lig je
hersteld de zode
maar anders
een licht verhoog
Soms zoek ik je graf

de loop der dingen
ik vergeet je niet, nooit helemaal
bloemenpracht, net als overal
opgenomen
de aarde heelt
jij, ik, wij zijn aarde
Wij zijn één, ik kom niet meer, nooit meer, ben bij je

 

Geplaatst in Hillig MeerTagged